Het is een goed idee Dit is het probleem. Ik denk dat het een goed idee is Ik denk dat het goed is. Ik denk dat ik het goed heb gedaan Ik denk dat het goed is. Ik denk dat het goed is, ik denk dat het goed is Ik hoop dat ik het goed kan doen Ja. Ik denk dat ik het goed heb, ik weet het niet Ik denk dat ik het goed vind Ik denk dat het goed is. Ik denk dat ik het goed vind Ik denk dat ik het goed vind Het apparaat kan niet worden gebruikt. Ik denk dat ik het goed heb gedaan Ik denk dat het een goed idee is Ik denk dat het goed is. Ik denk dat ik het goed heb gedaan Ik denk dat dat wel zo is.