Na de onafhankelijkheid breekt er chaos uit in de jonge Georgische staat. Tussen de vochtige muren en de betoverende houten balkons in de binnenstad van Tbilisi sluiten eind jaren tachtig vier meisjes vriendschap: de naar vrijheid hunkerende Dina, het intelligente buitenbeentje Ira, de romantische Nene, het nichtje van de machtigste crimineel van de stad, en de gevoelige Keto. De eerste grote liefde, die alleen in het geheim mag bloeien, het oplaaiende geweld in de straten, de stroomuitval, de heroïne die het land overspoelt, en de verscheurdheid van een jonge democratie in burgeroorlog - hun vriendschap trotseert alles, tot verraad en een tragische dood hen ten slotte toch uiteendrijven. Pas in 2019, bij een grote fototentoonstelling van het werk van Dina, hun inmiddels overleden vriendin, zien ze elkaar in Brussel terug. De foto's laten hun geschiedenis zien, die tegelijk de geschiedenis is van hun land, een intieme terugblik, die hen dwingt de sluier over het verleden op te lichten. Nino Haratischwili vertelt over een verloren land en een verloren generatie, een revolutie die haar eigen kinderen opeet, over liefde en verraad en een diepe vriendschap tussen vier vrouwen.