Jacob Israël de Haan (1881-1924) was een Nederlandse schrijver, dichter, rechtsgeleerde en activist. Hij schreef als eerste openlijk over het leven van homoseksuelen; zijn boek ‘Pijpelijntjes’ (lees: verhalen uit de Pijp in Amsterdam), leidde tot zijn ontslag als onderwijzer en de literaire wereld keerde zich van hem af. Nadien publiceerde De Haan nog slechts één roman, ‘Pathologieën’, waarna hij focuste op poëzie en politiek activisme. Hij schreef over de gevangenissen in tsaristisch Rusland. De Haan had Joodse wortels en verhuisde in 1919 naar Palestina, waar hij ijverde voor een staat met gelijke rechten voor Joden en Arabieren. In 1924 werd hij doodgeschoten door leden van een seculiere zionistische organisatie. Hij was de broer van de veelgelezen schrijver Carry van Bruggen.