Sinds de dood van haar ouders woont Karina Burke bij haar dominante tante Margaret, in een somber huis genaamd Litchfield Park. Tante Margaret wil Karina laten trouwen met haar achterlijke en afstotelijke neef Cyril. Karina neemt de benen en vindt een baantje in de City in Londen. Daar wordt ze al gauw het hof gemaakt door twee mannen tegelijk: Jim Garland, de neef van haar werkgever, en haar aantrekkelijke neef Felix. Maar tot haar eigen verbazing is Karin alleen maar geïnteresseerd in haar werkgever: de veel oudere, norse bankier Garland Holt. En niet alleen haar hart is verraderlijk: er is een complot tegen Garland in de maak, en ook Karina heeft daar haar rol in, of ze nu wil of niet.