Een krachtige en hartverscheurende roman over de onbreekbare liefde tussen moeder en kind en over menselijkheid delen in donkere tijden. De twaalfjarige Bird Gardner woont bij zijn liefhebbende, maar gebroken vader. Diens leven wordt al tien jaar lang bepaald door wetten die zijn opgesteld om de ‘Amerikaanse cultuur’ te behouden, in de nasleep van jaren van economische instabiliteit en geweld. Vooral ouders en kinderen van Aziatische afkomst lopen gevaar om van elkaar gescheiden te worden. Bird kan zich zijn moeder nauwelijks herinneren en weet niet wat er met haar is gebeurd. Wanneer hij een mysterieuze brief met alleen een cryptische tekening ontvangt, gaat hij naar haar op zoek. Zijn zoektocht voert hem terug naar de vele volksverhalen die ze hem als kind heeft verteld, naar een ondergronds netwerk van bibliothecarissen, en uiteindelijk naar New York City, waar een nieuwe daad van verzet het begin kan zijn van de broodnodige verandering.