Een dubbele moord. Een geheime militaire basis. Een FBI-agent met een exceptioneel geheugen . Amos Decker en zijn FBI-collega Alex Jamison worden naar het plaatsje London in North-Dakota gestuurd. Daar komen ze er al spoedig achter dat het door gas- en oliewinning snel groeiende stadje een broeinest is van problemen. De enorme voorraad schaliegas in de bodem trekt een diverse groep nieuwkomers aan die stuk voor stuk van plan zijn zo snel mogelijk rijk te worden. Deze plotselinge groei levert een hoop trammelant op, van vechtpartijen en drugs tot prostitutie en... moord.
Decker en Jamison zijn ingevlogen om de dood te onderzoeken van Irene Cramer. Op haar lichaam is een autopsie uitgevoerd en vervolgens is het stoffelijk overschot in de wildernis gedumpt. Het is het begin van een zaak die van eigenaardigheden aan elkaar hangt. Wanneer de twee onderzoek doen naar het slachtoffer, blijkt dat zij ’s nachts als prostituee werkte en overdag als lerares op de school van een religieuze sekte. En die sekte is gehuisvest op een terrein dat nog niet zo lang geleden het eigendom was van een ultrageheime faciliteit van de luchtmacht.
Iedereen in London – van de keiharde zakenman tot de louche ambtenaar en de religieuze buitenstaander – lijkt een geheim te hebben. Wanneer er een nieuwe moord wordt gepleegd, moet Decker al zijn kwaliteiten als detective inzetten en terugvallen op zijn exceptionele geheugen om de zaak tot een goed einde te brengen. Daarbij krijgt hij hulp uit onverwachte hoek...