In dit boek heeft Frank van Rijn een aantal van zijn avonturen en belevenissen tijdens die 26.000 km lange fietsreis door Noord-Afrika weergegeven. De Sahara is een eindeloze zandbak waarin Arabieren en enkele kolonialen smachtend van de dorst rondlopen. Hitte en droogte heersen er onverbiddelijk en er is niets anders te zien dan mul zand met daarin voetafdrukken van verdwaalde reizigers. Hier en daar is een oase om bij te komen van de ellende, maar de meeste oases zijn slechts fata morgana's. Zo ongeveer is het beeld dat veel mensen van de woestijn hebben en dat de auteur als kleine jongen ook had. Dat dit beeld slechts ten dele waar is leerde hij tijdens zijn eerste verkenningstochten door Noord-Afrika. Daar kon hij tot zijn verrassing constateren dat de woestijn veel andere gezichten heeft, zoals steenvlakten, geërodeerde plateaus, canyons, gebergten en zelfs rivieren, zij het dan dat daar meestal geen water in staat. Die tochten smaakten natuurlijk naar meer, maar uit angst zijn carrière als elektrotechnicus op het spel te zetten, durfde hij daarna lange tijd geen kaart van Afrika meer te bekijken. Uiteindelijk deed hij dat tóch, en het resultaat was een fantastische reis van tien maanden, met veel gezwoeg door het zand van de Sahara en over de keien van het Hoggargebergte, gevolgd door boeiende omzwervingen met veel kleurrijke ontmoetingen in de Sahel. In dit boek heeft Frank van Rijn een aantal van zijn avonturen en belevenissen tijdens die 26.000 km lange fietsreis weergegeven.