Iemand heeft gezegd: God gebruikt het werktuig, dat het naast voor de hand ligt. Als wij dicht bij God zijn zal Hij ons gebruiken, en als wij dat niet zijn, zal Hij het wezenlijk niet doen. Welnu, wat wij noodig hebben is in een toestand te komen, die God van alles de eere geven wil. Er zijn somtijds dingen, die mij bij tijden doen beven, dat er van het werk niets terecht komen zal, omdat er zooveel menschenwerk onder doorloopt. Nu moeten wij dit menschenwerk afbreken, als er ten minste een gegrond en diep werk komen zal. Wij moeten zelf zinken.
Indien wij maar ons eigen “ik” in het stof kunnen leggen en al onze waardigheid verliezen, zelf uit den weg gaan, en zeggen: “Heer, onze God, gebruik mij, als Gij kunt, en zoo niet, gebruik dan een ander,” of wanneer wij verkeeren in den geest van den prediker in de woestijn, die zeide: “Hij moet wassen en ik minder worden,” dan zal de Heer ons opbeuren en ons gebruiken. O, laat mij u dan toch smeeken te doen wat ge kunt om dat menschenwerk af te breken. Laat ons zien op het kruis met den vollen Christus in het gezicht, en dan zullen wij menschen zien komen tot het Koninkrijk Gods.