Nederland was al drie jaar door de Duitsers bezet toen op 29 april 1943 het bevel werd gegeven om alle voormalige Nederlandse soldaten in Duitsland dwangarbeid te laten verrichten. De reactie van burgers door heel Nederland was ongehoord. Aangemoedigd door de telefonistes van de Stork-machinefabriek in Hengelo ging een oproep om te staken als een lopend vuurtje door het land. Binnen een dag legden honderdduizenden het werk neer. Het was de grootste staking ooit in Nederland, zelfs de grootste staking in het door Duitsland bezette Europa. De opstand werd bloedig neergeslagen: er waren tweehonderd doden en honderden mensen die naar strafkampen werden gedeporteerd.
De April-meistakingen van 1943 werden een keerpunt in de bezetting. Voor dit keerpunt werden de Duitsers door veel Nederlanders met wat onverschilligheid bekeken, daarna was iedereen die niet pro-Duits was ook daadwerkelijk anti-Duits. De Duitsers hadden hun ware gezicht getoond en het verzet kreeg vleugels.
Waarom is zo’n belangrijke gebeurtenis relatief onbekend gebleven? Met die vraag reisde Erik Dijkstra door het land, en hij stuitte op een onuitputtelijke hoeveelheid prachtige, onbekende en ontroerende verhalen. Ze getuigen van liefde, van onwaarschijnlijke heldenmoed en van pijn die generatieslang doorwerkt en tot op de dag van vandaag nog mensenlevens bepaalt.
In de pers
‘De April-meistaking, die tachtig jaar geleden begon bij Stork in Hengelo, krijgt volop landelijke aandacht. Terecht, stelt BNNVARA-programmamaker Erik Dijkstra. “Het is zo’n onbekend verhaal. Volgens Ad van Liempt, die veel onderzoek doet naar de Tweede Wereldoorlog, komt dat puur omdat deze staking buiten de Randstad begon.” Op 29 april 1943 legden drieduizend medewerkers van Stork het werk neer, uit protest. Uiteindelijk deden in heel Nederland ruim een half miljoen mensen mee. “Dit verhaal moet verteld worden. We gaan het hele land door.”’ Tubantia