Grootse familieroman over geesten uit het verleden en het onvermogen om te aarden. Hüseyin heeft dertig jaar in Duitsland gewerkt en nu vervult hij eindelijk zijn droom: wonen in een appartement in Istanbul. Maar op de dag van de verhuizing krijgt hij een hartaanval. Voor de begrafenis reist zijn familie hem vanuit Duitsland achterna: zijn oudste dochter Sevda, die weliswaar succesvol is, maar niet heel gelukkig. Zijn zoon Hakan, die op de vlucht is voor zichzelf. Zijn dochter Peri, die zich op haar studie, seks en drugs werpt. Zijn jongste zoon Ümit, die nog thuis woont en niet verliefd mag zijn op wie hij verliefd is. En zijn vrouw Emine, wier pijnlijke en tedere herinneringen geen grenzen kennen tussen Turkije en Duitsland. Elk van hen heeft geheimen, verlangens en wonden. Wat hen verbindt is de vraag: wie was Hüseyin eigenlijk?