Geniek Janowski, brandweerman, liefdevolle echtgenoot, vader van twee zonen, mede-eigenaar van een pony en fatsoenlijk burger te Heerlen, wordt op een dag getuchtigd door het noodlot.
De mannen van de C-ploeg slepen Janowski, die door iedereen de Pool wordt genoemd, erdoorheen en de vrouw van collega Beckers staat voor de deur met eetbare troost. Hun troost blijkt echter nog meer onheil te brengen. De Pool besluit daarop niet te walgen van zijn lot maar het te beminnen.
Goede mannen is een ontroerende en wanhopige roman over een vader die denkt dat een goede man altijd een stapje opzij doet, dat goed zijn niet veel anders is dan verlangen naar het goede. Minder goede verlangens leg je gewoon het zwijgen op.
Kan zo het onheil worden voorkomen? Wat kán een mens eigenlijk voorkomen?
Ilukirjandus ja kirjandus