Norman Corinth, een Amerikaanse tandarts, komt voor een congres in een Oostduitse stad. Het is geen willekeurige Amerikaan in een willekeurige stad: zij hebben iets met elkaar te maken. De stad bestaat niet meer. Corinth was in de oorlog. Hij bestaat nauwelijks. Zijn pogingen om de draad te vinden van hij weet niet welk verhaal, vormen de inhoud van deze roman, waarvan de achtergrond gevormd wordt door een der vreemdste landen die ooit in de wereldgeschiedenis hebben bestaan. Maar voor Corinth heeft deze actualiteit minder werkelijkheid dan het verleden, waarnaar hij op zoek is. 'Ik ben een onder Agamemnon gesneuvelde griek, die nog leeft', zegt hij tot de 'Oostduitse' Hella, met wie hij een kortstondige verhouding heeft. Hierdoor, en door zijn ontmoeting met de 'Westduitser' Schneiderhahn, neemt het drama van zijn verwoeste leven twee dagen vorm aan.
Szórakoztató és szépirodalom