De DSM-5 voorbij! helpt hulpverleners om de specifieke problematiek van individuele patiënten boven water te krijgen. Met het internationale classificatiesysteem DSM-5 lukt dat vaak niet, door de eenzijdige toetsing op globale criteria. Patiënten met ernstige problematiek blijven daardoor vaak in de kou staan.
Binnen de huidige ggz-organisatie komen hulpverleners niet ver met persoonlijke diagnostiek. Met name regelgeving en lopende afspraken met de zorgverzekaars staan in de weg. Daarom stelt dit boek de bijdrage van DSM-5 aan het kapitalistische ‘spel’ tussen farmaceuten, psychiaters, verzekeraars en politici ter discussie. En ontvouwt Van Os tegelijk een blauwdruk voor een nieuw soort ggz.