De cognitieve processen die een rol spelen bij geheugen, leren en controle vertonen onderling de nodige verschillen, maar delen ook een aantal gemeenschappelijke principes. Door modellen te bouwen, kunnen die principes op allerlei manieren zichtbaar en onderzoekbaar worden gemaakt. Dat kan leiden tot een beter begrip van die cognitieve processen, maar ook van individuele verschillen daarin, bijvoorbeeld onder ouderen. In deze dubbeloratie kraken Jaap Murre en Richard Ridderinkhof kritische noten om te zien hoe ver we komen met zo’n modelpsychologie Modellen zouden een veel grotere rol moeten spelen in de psychologie. De psychologie verdrinkt in data. Zeker nu het nieuwe vakgebied cognitieve neurowetenschappen is ontstaan neemt de database met experimentele data explosief toe. Er wordt veel te weinig gezocht naar algemene principes en de wetmatigheden die gevonden zijn, blijven relatief onbekend. Deze overvloed aan data in de psychologie leidt tot grote problemen. Het is hierdoor onmogelijk overzicht te krijgen, maar ook moeilijk inzicht te krijgen. Om de fenomenen echt te kunnen begrijpen, is het noodzakelijk dat er een compacte, eenduidige abstractie voorhanden is: een model dus.