Ze gebruikt me gewoon… niet dat ik dat erg vind.
Maar haar onverschilligheid grijpt me naar de keel. Ik beteken niets voor haar… nog minder dan wat zij vroeger voor mij betekende. Hoe vaak ik ook mijn excuses aanbied, niets kan dit oplossen.
Ik moet terug naar de waarzegster… op hoop van zegen.