Bioloog Rob Dunn introduceert de bijna 200.000 diersoorten die met ons samenleven; nooit zul je meer op dezelfde manier kijken naar dat wonderland van exotisch en onverwacht leven: je eigen huis. Als er niemand thuis is en het binnen helemaal stil lijkt, als alles is afgewassen en opgeruimd, zelfs als de vloeren glanzend schoon zijn, dan nog is ons huis een onvoorstelbare wildernis. Bioloog Rob Dunn introduceert in dit boek de bijna 200.000 diersoorten die met ons samenleven, van de motten in de klerenkast en de schimmels in de kelder tot de bacteriën op het aanrecht. We zijn nooit alleen thuis. Maar dat wil niet zeggen dat we zijn omringd door louter ongedierte en ziektekiemen. Integendeel. De meeste van onze huisgenoten zijn juist goed zijn voor ons. Bovendien houden ze over het algemeen de gevaarlijkere soorten buiten de deur. Uitgerekend door onze eigen schoonmaakwoede krijgen die laatsten vaak een kans. Met veel enthousiasme en op humoristische toon wijst Dunn ons overtuigend op het nut van alle dieren in ons huis en vertelt hij wonderbaarlijke verhalen over kevertjes, spinnen en alle geleedpotige schepsels die in onze afvoer leven. Na het lezen van dit meeslepende boek vol historische en wetenschappelijke feiten zul je nooit meer op dezelfde manier kijken naar dat vreemde wonderland van exotisch en onverwacht leven: je eigen huis. Rob Dunn is hoogleraar Toegepaste Ecologie aan North Carolina State University. Hij publiceerde verscheidene boeken en schrijft onder meer voor Scientific American en National Geographic.