Een valse noot

Anne Wynter doet het redelijk goed als de gouvernante van drie hooggeboren jongedames. Haar baan kan een uitdaging zijn: in één week tijd verstopt ze zich in een kast vol tuba’s; speelt ze een boze koningin in een toneelstuk dat misschien een tragedie is (of een komedie – niemand weet het zeker) en verzorgt ze de wonden van de charmante graaf van Winstead. Na jarenlang ongewenste avances te hebben ontweken, is hij de eerste man die haar echt heeft verleid, en Anne vindt het steeds moeilijker worden om zich te blijven herinneren dat een gouvernante eigenlijk niet zou moeten flirten met een edelman.

Als Daniel Smythe-Smith een mysterieuze vrouw in het oog krijgt tijdens de jaarlijkse musical van zijn familie, zweert hij haar het hof te maken, zelfs als dat betekent dat hij zijn dagen zal moeten doorbrengen met een tienjarige die denkt dat ze een eenhoorn is. Maar Daniel heeft een vijand: iemand die gezworen heeft hem te doden. En wanneer Anne in gevaar komt, moet hij alle wapens uit zijn arsenaal halen om hun verhaal tot een goed einde te brengen.