We leven in een tijd waarin ons persoonlijk geluk centraal staat. We doen er alles aan om ons goed te voelen en ons te ontplooien en worden daarin gestimuleerd door een heuse geluksindustrie. Maar al die aandacht voor het individu gaat ten koste van de aandacht voor de wereld om ons heen. Langzamerhand hebben we de grenzen van het individuele geluksdenken bereikt. De tijd lijkt rijp voor meer ‘amor mundi’, liefde voor de wereld, zoals filosofe Hannah Arendt het ooit noemde. Maar wat is dat dan? Hoe verhouden wij ons tot de wereld? Kunnen wij van de wereld houden zonder ons individuele geluk daarvoor op te geven? In dit prikkelende filosofische essay verkent Peter Venmans de mogelijkheden.