Een verhaal van moed, veerkracht en de bereidheid om te vechten voor wat het allerbelangrijkst is: familie. Een spionne in Oost-Berlijn, is een familiegeschiedenis die vier dramatische decennia omspant en het leven van vijf generaties vrouwen optekent, op een soepele manier verweven met de historische feiten en achtergronden. In 1948 vlucht de twintigjarige Hanna vanuit de DDR naar West-Berlijn om aan het communistische regime te ontsnappen. De prijs die ze betaalt voor haar vrijheid is hoog: veertig jaar lang zal de familie door het IJzeren Gordijn gescheiden zijn. Hanna’s dochter Nina Willner groeit op in Washington en wordt, als eerste vrouw ooit, opgeleid tot agent bij de Amerikaanse inlichtingendienst. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog voert ze in Oost-Berlijn geheime missies uit. Hoewel ze zich op slechts enkele kilometers van haar familieleden bevindt, verhindert de bittere politieke strijd hun weerzien. (Dit boek verscheen eerder onder de titel ‘Veertig herfsten’).