Het christendom is ontstaan uit de bediening van Jezus, een joodse leraar en genezer die het op handen zijnde koninkrijk van God verkondigde en werd gekruisigd c. 30–33 n.Chr. In de Romeinse provincie Judea uit de 1e eeuw. Zijn volgelingen geloven dat hij, volgens de evangeliën, de Zoon van God was en dat hij stierf voor de vergeving van zonden en werd opgewekt uit de dood en verheven door God, en spoedig zal terugkeren bij de aanvang van Gods koninkrijk. In de vroege middeleeuwen verspreidden missionaire activiteiten het christendom naar het westen onder de Duitse volkeren. Tijdens de hoge middeleeuwen groeiden het oosterse en westerse christendom uit elkaar, wat leidde tot 1054. Toenemende kritiek op de rooms-katholieke kerkelijke structuur en het gedrag ervan leidde tot de protestantse beweging van de 16e eeuw en de splitsing van het westerse christendom. Sinds het Renaissance-tijdperk,met kolonialisme geïnspireerd door de kerk, heeft het christendom zich over de hele wereld uitgebreid. Tegenwoordig zijn er wereldwijd meer dan twee miljard christenen en is het christendom de grootste religie ter wereld geworden. In de afgelopen eeuw, toen de invloed van het christendom in het Westen afnam, is het snel gegroeid in het Oosten en het Globale Zuiden in China, Zuid-Korea en een groot deel van Afrika bezuiden de Sahara.