Een nieuwe vertaling van Martin Heideggers vroege werk "Augustinus en het Neoplatonisme", oorspronkelijk gepubliceerd in 1921. Deze editie bevat een nieuw nawoord van de vertaler, een tijdlijn van Heideggers leven en werk, een filosofische index van Heideggeriaanse kernbegrippen en een terminologiewijzer voor 19e- en 20e-eeuwse existentialisten. Deze vertaling is ontworpen met het oog op leesbaarheid en toegankelijkheid van Heideggers raadselachtige en dichte filosofie. Complexe en specifieke filosofische termen zijn zo letterlijk mogelijk vertaald en academische voetnoten zijn verwijderd om het lezen te vergemakkelijken. In het zomersemester van 1921 gaf Heidegger een lezing over "Augustinus en het Neoplatonisme". Het originele manuscript, bestaande uit 19 pagina's, bevat een doorlopende tekst aan de linkerkant en ruimte voor aantekeningen aan de rechterkant. De complexe aard van Heideggers marginale aantekeningen, vaak afgewisseld met de hoofdtekst, vereiste zorgvuldige transcriptie. De redacteuren hebben voor duidelijkheid gezorgd door de aantekeningen tussen ronde haakjes te zetten en ze aan het einde van elke paragraaf te plaatsen. De editie bevat ook aanvullend materiaal met betrekking tot Heideggers studies naar religie en mystiek in 1918/19, dat licht werpt op de ontwikkeling van zijn vroege filosofische ideeÃŦn. Het grondige werk van de redacteuren, samen met de medewerking van de bijdragers, draagt bij aan een uitgebreid begrip van Heideggers lezingen en hun betekenis voor zijn filosofische ontwikkeling. Heidegger onderzoekt kritisch Augustinus' incorporatie en transformatie van Neoplatonische concepten, waarbij hij zich in het bijzonder richt op noties van Zijn, tijdelijkheid en zelf-zijn. Deze analyse is niet louter een historisch verslag, maar een fenomenologische verkenning van hoe Augustinus deze ideeÃŦn opnieuw conceptualiseert binnen een christelijk kader. Hij onderzoekt Augustinus' concepten van 'zijn', 'tijdelijkheid' en 'ontologie' en laat zien hoe deze diepgaand beÃŊnvloed zijn door de Neoplatoonse filosofie. Heideggers benadering is echter niet slechts het traceren van filosofische invloeden, maar het blootleggen van de existentiÃŦle dimensies in Augustinus' denken. Heidegger laat zien hoe Augustinus de Neoplatonische erfenis navigeert en herdefinieert om fundamentele vragen over het bestaan, de waarheid en de menselijke conditie binnen een Christelijk paradigma aan de orde te stellen. Heideggers verkenning is dus zowel een kritische analyse van Augustinus' filosofische aanpassing als een reflectie op de existentiÃŦle en fenomenologische implicaties van deze synthese. Hij merkt op dat, hoewel zowel het Jodendom als het Christendom inherent Platonische Ontologische concepten bevatten, Augustinus het Neoplatonisme verder synthetiseerde rond de conceptualisering Dasein om zo een duidelijk Latijnse smaak van Theantropische Filosofie te vormen.